Taalontwikkeling
Spelen buitenshuis biedt verschillende activiteiten die de verschillende aspecten (taalinhoud/ woordenschat, taalvorm en communicatie) van de taalontwikkeling stimuleren door voorleesactiviteiten, liedjes en versjes en de diverse activiteiten talig te ondersteunen. Interactie met en actieve inbreng van het kind staat centraal.
Taalontwikkeling
De taalontwikkeling wordt beïnvloed door grofweg twee omgevingsfactoren: een rijk en betekenisvol taalaanbod en voldoende gelegenheid om de taalvaardigheid te oefenen. Dit geldt voor kinderen van alle leeftijden (0-4 jaar) en voor zowel kinderen die het Nederlands als eerste taal leren, als voor kinderen voor wie het Nederlands de tweede taal is.
Bij de laatste groep zijn een aantal aandachtspunten van belang. Zoals een positieve houding ten opzichte van de thuistaal van het kind en rekening houden met het feit dat kinderen die het Nederlands als tweede taal aangeboden krijgen een zogenaamde ‘stille’ periode kunnen doormaken, waarin zij eerst voldoende taalbegrip kunnen opdoen om pas daarna ook actief de opgedane taalvaardigheden te kunnen gebruiken (Suijkerbuijk en Kuiken, 2009).
Er wordt gericht gewerkt aan het uitbreiden van de woordenschat. Hierbij zijn de woorden uit de woordenlijst van Bacchini (2005) als uitgangspunt genomen.
Wanneer het gaat om interactie en communicatie, gaat het om onderlinge betrokkenheid van zowel de spreker als de luisteraar. Kinderen moeten in een interactie zodanig betrokken raken dat ze op een effectieve en sociale manier met de ander communiceren. Bij de jongste groep kinderen, staat het beurt wisselen centraal. Communicatie wordt in eerste instantie vooral individueel geoefend met de vertrouwde pedagogisch medewerker. Bij peuters worden bij communicatie de vaardigheden luisteren en spreken geïntegreerd en de volgende vaardigheden aangesproken:
- Pragmatische vaardigheid: kinderen leren hoe ze zich moeten opstellen in een gesprek
- Uitdrukkingsvaardigheid: door interactie verbeteren kinderen hun uitdrukkingsvaardigheid. Zij breiden hun woordenschat uit en passen hun grammatica beter toe.
- Tekstvaardigheid: kinderen leren begrijpend te luisteren en kunnen steeds beter een lopend verhaal vertellen.
- Taalbeschouwing: kinderen leren reflecteren op de functies en de structuur van mondelinge taal.
Ontluikende geletterdheid
Bij Spelen buitenshuis is ook aandacht voor ontluikende geletterdheid. Hieronder vallen aspecten als boekoriëntatie en verhaalbegrip. Bij boekoriëntatie gaat het over de omgang met boeken, wat je eraan kunt zien en hoe je ze leest (Verhoeven & Aarnoutse 1999). Door voor te lezen en te vertellen raken kinderen vertrouwd met verhalen, boeken en de taal die wordt gebruikt.
Het kind zal zich gaan realiseren dat de schrijver met een verhaal altijd een bedoeling heeft, dat het in feite een indirecte vorm van communicatie is.
Denkstimulerende gespreks-
methode
- stellen van denkvragen aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind
- analyse van de reactie van het kind
- inspelen op de reactie van het kind
In het activiteiten aanbod staan steeds een aantal voorbeelden van denkvragen uitgeschreven.
Naast de denkvragen, staan er ook voorbeelden van een grapje. Deze grapjes zijn meestal een speelse variatie op wat ‘normaal’ is. (Bijvoorbeeld: Puk doet zijn sokken aan zijn handen.) Ook deze grapjes hebben als doel kinderen uit te dagen om te reageren.